Ik houd van mooie motoren en die zijn er gelukkig genoeg, ook bij de Bayrische Motoren Werke . Met de introductie van een motor, voorzien van een stroomlijn die helemaal paste bij het ontwerp van de luchtgekoelde boxer, verliet BMW het pad van waaruit vooral functionele motoren werden geleverd. Het concept was vernieuwend omdat het de eerste fiets was met een geïntegreerde stroomlijn die af-fabriek werd geleverd. De stroomlijn was achter de tekentafel ontworpen en vervolgens geperfectioneerd in de windtunnel. Het gaat hier natuurlijk om de legendarische R100RS, die het levenslicht rond 1976 zag.
.
.
Als beginnende motorrijder stond ik er kwijlend naar te kijken en meestal niet als enige. Eigenlijk vond iedereen dit een prachtig concept waarin functionaliteit en schoonheid hand in hand gingen. Voor deze motor worden heden ten dage nog aardige bedragen betaald, mits voorzien van loodvrije koppen en nieuwe rubbers ‘all over the place’. Zo wordt het bovenstaande exemplaar geheel gerestaureerd aangeboden voor maar liefst 12k aan euro’s. De R100RS is daarmee een echte klassieker gebleken.
Bij de introductie van R1200C en R850C deed zich ongeveer hetzelfde effect voor. Met name de exemplaren in ‘elfenbeinweiss’ - de naam dekt de lading wel aardig - met het prachtige opstaande zitje van de duo-passagier als rugsteuntje voor de rijder, sprak tot de verbeelding. De prijs van, ik meen zo’n 25000 gulden, weerhield velen van een emotionele aankoop. De rijeigenschappen bleken echter niet bijster goed en de motoren leverden voor hun gewicht en omvang een beperkt vermogen van respectievelijk 50 en 61 pk. Om met de onderbenen een hoek te benaderen van 90 graden, zonder de cilinders te raken, werd de zitpositie ver naar achteren geplaatst. Het gevolg daarvan was wel dat er een tamelijk groot en naar achteren gebogen stuur moest worden gemonteerd.
.
.
Je moest echt wel een superman of agent in dienst van het Majesty’s Secret Service zijn om met deze zware cruiser flink vaart te kunnen maken. Heden ten dage staan er veel te koop in allerlei kleuren rond de 5 a 6 k aan euro’s. De kwaliteit van het chroomwerk houdt niet over, corrosie op een blinkende cruiser tast het uiterlijk - en daarmee de restwaarde - enorm aan. Gezien het aanbod en de vraagprijzen heb ik nog niet de indruk dat hier een klassieke motorfiets staat, waar nu en later veel belangstelling voor bestaat.
In dat rijtje zou - als ik de introductiestorm mag geloven - de R1800 de absolute topper moeten worden.
Laat ik voorop stellen dat ik het een prachtige motorfiets vind, buitengewoon knap om het nadeel van de aan beide kanten ver uitstekende cilinders optisch om te zetten in twee enorme blikvangers.
Technisch gezien is het opvallend dat BMW een enorme sprong maakt met haar grootste boxer van 1250 cc naar een inhoud van 1800 cc, bepaald geen stapsgewijze vergroting van de cilinderinhoud met een sprong van liefst 44%. Een Japanse groteske boxer heeft dezelfde inhoud, maar dan wel verdeeld over maar liefst 6 cilinders. BMW vergrootte of verkleinde haar boxers altijd stapsgewiijs met 50 tot 100cc naar de R1250 en de kleine R45 toe.
Een zuigermotor blijkt technisch het meest effectief te zijn bij een inhoud rond de 250 cc. Door het stapelen van cilinders met die inhoud naar een multicilinder toe, wordt een efficiënte en krachtige motor verkregen. Het is niet voor niets dat de 900- 1000 cc klasse met vier cilinders nu zo enorm aan de weg timmert met o.a. de Kawa Versys 1000 en de BMWS S1000XR. Het is ook geen toeval dat de zescilinder-in-lijn van BMW met 6 x 260 cc op 1600 cc uitkomt.
Echter, een deel van de motorrijders wil juist graag de motor onder zich ‘voelen werken’ en die beleving geven deze multicilinders veel minder in vergelijk met een tweecilinder boxermotor. Onlangs repareerde ik de Yamaha Fazer 1000 met nog gewone carbs van mijn zoon uit 2004 en reed er daarna - overigens zo goed als dubbelgevouwen - even proef op. De zitpositie was beroerd, maar wat rijdt zo’n viercilinder trillingsvrij en wat gaat gaat zo’n motor er bliksemsnel vandoor… Mijn R1200RT leek kort daarna meer op een lekkende stoommachine dan op een moderne en vlotte tourmotor. Toch zou ik niet gauw overgaan op een viercilinder met meer dan 100 pk. Die opzet geeft enorm veel acceleratie en power maar weinig terug van wat ik als een prettig motorgevoel ervaar. Vreemd, maar waar.
Boxerrijden is dan misschien niet zo efficiënt met - in mijn geval - 2 potten van ieder zo’n 600 cc maar het geeft wel het echte motorgevoel. Ik sluit dan ook niet uit dat boxerrijders de laatste groep rijders is die vrijwillig zou overstappen op een ZERO achtige elektrofiets.
Even terug naar die R1800, hoe zit het met deze ‘over the top’ ontworpen 2 x 900 cc boxer? Ik put uit een aantal reviews van Youtube: waar BMW vaak staat voor doorrijden, lange afstanden afleggen vanuit een goede zit voldoet deze machine daar niet aan. De zit klopt niet, een cruiser heeft de kniehoek traditioneel naar voren vanuit een ‘onderuit’ zit. Echter, de grote potten van cilinders verhinderen die houding. Dat merkte ik zelf ook toen ik er even droog op zat. Uit de reviews blijkt ook dat 1800 cc - verdeeld over twee grote potten die tegenover elkaar staan - behoorlijk trilt en precies in het gebied tussen de 80 en 120 km uur.
Ik had zoiets bij m’n R1150RT die rond 3100 toeren ook wat extra trillingen gaf. Niet eenvoudig te vermijden want dat was altijd rond de 50, 80 en 100 km, uitgerekend snelheden die veel gereden worden. Dat was nog wel op te lossen door een iets te hoge of lage versnelling in te schakelen. Bij de R1800 lijkt dat echter niet uit te maken.
Op een motor wordt nog wel eens een bocht genomen en bij voorkeur niet op een manier die we kennen als ‘vierkant’ rijden. Zoals een motormaat van me al opmerkte: “Gezien de grondspeling van de R1800 zou het me niet verbazen als die bij het zien van een bocht al spontaan aanloopt”. Bij het ontwerp van deze motor lijkt dan ook weinig rekening gehouden te zijn met het fenomeen bochten en hellen, toch geen onbelangrijk onderdeel van het motorrijden. Met een vermogen van 91 pk bij een gewicht van zo’n 345 (!) kilo dringt zich de vergelijking op met de eerder genoemde cruiser van BMW.
Wat me als verstokte BMW rijder wat irriteert en zelfs grieft, is dat de machine volgehangen is met plaatjes met daarop nb in hoofdletters de Engelse tekst: ‘BERLIN BUILT’.
.
.
In mijn beleving hoort immers iedere BMW in Duitsland te worden geproduceerd en niet in China, Indonesië, India of welk lage lonenland dan ook. Waar een kwalificatie uitgaat naar de thuisbasis van de R1800, betekent dat ook een impliciete diskwalificatie van de andere types van hetzelfde merk die kennelijk niet (meer) ‘BERLIN BUILT’ zijn. Ik weet niet of dat een verstandige marktstrategie van BMW is bij een motor die slechts mondjesmaat verkocht zal worden.
De prijs is niet absurd hoog, enigszins herkenbaar in de lijn van BMW, deze nieuwe grote boxer moet zo’n 30 K kosten.Het is een exclusieve machine en de prijsstelling stijgt nog boven die van de R1250RT en de K1600GT uit. Omdat de R1800 meestal op korte stukjes bij mooi weer gebruikt zal worden als tweede motor naast een ‘echte’ gebruiksmotor, zou het me niet verbazen de machine in real life pas volgende zomer langs te zien ploffen en waarschijnlijk op een lange rechte weg.
Nogmaals; ik vind het een zeldzaam mooie motor om te zien en kan me voorstellen dat de R1800 het beter in de receptie van een groot bedrijf als blikvanger doet, dan rijdend in real life op de openbare weg. Gezien de prijs is de motor ook niet voor iedereen weggelegd, wat voor meer motoren opgeld doet, die echter over het algemeen qua prestaties en zitpositie de R1800 verre zullen overtreffen.
Maar mooi, dat is ie zeker. .