Het is een bekend probleem dat het voordeel van de BMW RT series - bescherming tegen weer en wind - boven de 25 graden echt een probleem is. Twee jaar terug reed ik in Frankrijk rond bij 38 graden en dit jaar bleef het gelukkig bij slechts 32 graden. Een ritje is dan prima, maar als er op een dag 400 km wordt afgelegd met een gemiddelde van 50 a 60 km via D en N wegen, dan wordt het een ander verhaal. Het is altijd even wennen aan dat soort omstandigheden.
Het verhaal van Corné is een feest van herkenning, klopt aan alle kanten. Het rooster is echter een heftige ingreep; de zaag wordt in het scherm gezet en dat is onomkeerbaar. Ik wil niemand ontmoedigen, ben ook benieuwd naar de resultaten van dit specifieke geval, maar normaal gesproken liggen aan de beste plek en het beste rooster binnen de RT stroomlijn en het hele ontwerp vele proefopstellingen vanuit diverse snelheden ten grondslag. Al zit er een gapend gat in het scherm of ontbreekt het scherm, dan nog zorgt de kuip van de RTvoor een beperkte luchtstroom langs lijf en leden.
De ontwerpers bij BMW hebben vanaf 1976 met de R100 RS een balans voor ogen gehad, waarbij de bescherming tegen weer en wind meer aandacht kreeg dan de ventilatie bij hoge temperaturen. Pas veel later wordt het scherm beweegbaar uitgevoerd, waardoor er in de balans tussen bescherming en ventilatie enigszins gevarieerd kan worden.
Op vakantie is het lastig om meerdere pakken mee te nemen, maar behalve de kuip en het scherm van de RT is kleding mede bepalend in de ventilatie. De balans bij kleding gaat met name over de valbescherming versus de ventilatie. Doorwaaipakken van textiel boezemen niet echt vertrouwen in dat bij een val tenminste de huid beschermd blijft. De vergelijking met veredelde campingsmokings, die voorzien zijn van bescherming op schouders, ellebogen, heupen en knieën, dringt zich onmiskenbaar op. Wat dat betreft geven de exemplaren van leer met mash panelen wel iets meer vertrouwen. Ook hier is een balans tussen doel, ontwerp, bescherming en ventilatie, waarbij de ventilatie voorop staat. Zo haalt niemand het in zijn hoofd om bij vorst in een doorwaaipak te stappen.
Naast de RTee’s heb ik jarenlang naked bikes gehad, die vooral voor een rondje rond de kerk 's zomers gebruikt werden. Met vakanties liet ik die dingen lekker staan, ze bieden te weinig bagagemogelijkheden, bescherming tegen weer en wind en het comfort houdt niet over. Een van die exemplaren was een TDM 900, een staande twin met een geweldig motorblok en een optimale luchtstroom. De rijder zit vol in de wind en als dat gewenst is, dan is er geen beter type motor te bedenken.
Op het TDM forum worden discussies gevoerd over schermen en ruiten, maar dan precies vanaf de andere kant. TDM rijders willen op hun naked vaak wat meer bescherming bij lagere temperaturen tegen wind, neerslag en ook minder gebulder rondom hun helm. Om dat te bereiken worden er allerlei experimenten uitgevoerd met diverse vaste after market ruitjes.
Met een RT achter de hand moest ik altijd een beetje glimlachen om de ‘bolle ruitjes’ discussies, die in mijn beleving ‘om niet’ gingen. Als er al een echte hoge ruit gemonteerd wordt op een naked met een spoiler, ziet dat er niet uit en wordt het doel er ook nauwelijks mee bereikt. Het past immers niet bij het totale ontwerp. Een motor is nu eenmaal geen cabrio, met een open of gesloten dak, met de verwarming of juist de airco aan.
Dat gevoel bekruipt me hier ook een beetje.
Een RT is ontworpen en optimaal uitgevoerd om de rijder bescherming te bieden en dat is met de hete zomers een nadeel. Het maken van een sleuf in een onderdeel van de kuip gaat tegen dat doel en het totale ontwerp in. Het zal ongetwijfeld uitmaken, mits er met een minimale snelheid vanaf zo’n 90 a 100 km / uur gereden wordt. Op vakantie in Zuid- Europa rijd ik bijvoorbeeld over 2600 km nog geen 65 km/uur gemiddeld, waarvan zo’n 700 km zelfs snelweg. Waar ik de meeste ventilatie nodig heb, dat gaat het om de D en N wegen, schiet de snelheid tekort.
Nogmaals:
Ik wil niemand ontmoedigen en het is prima om te experimenteren en de ervaringen te delen, maar verwacht er vooral niet teveel van.
Op een formule 1 racewagen zul je ook vergeefs naar een trekhaak zoeken.